Mijn naam is Anna Vos.
Ik woon in het snelle en verrassende Amsterdam, maar geniet ook veelvuldig van het grootse langzame cultuurlandschap van de Veluwe. 

Ik ben in de jaren zeventig aan de TU Delft opgeleid als architect en stedenbouwkundige. Ik zat daarna aan vele kanten van de stadsontwikkelingstafel: als architect, gemeentelijke stedenbouwkundige, consultant en ontwikkelaar. Daarnaast werkte ik geruime tijd als universitair docent en onderzoeker. Vanuit die veelzijdige ervaringen heb ik voortdurend aandacht gevraagd voor ontwerp én onderzoek, inhoud én proces, overheid én markt, stenen én mensen.

Als feminist ben ik al sinds die jaren zeventig geïnteresseerd hoe vrouwen hun belangen in stad en architectuur aan de orde stellen. Als vakvrouw en wetenschapper stel ik kritische vragen bij de maakbaarheidsgedachte die niet alleen functionalisten, maar ook naoorlogse humanisten en hedendaagse post-humanisten uitdragen, niet gehinderd door bewezen teleurstellingen. Ik ben op zoek naar inzicht op welke manieren stad en architectuur - de habitat - en doen en laten van mensen - de habitus - op elkaar inwerken.


Inmiddels zit ik zelf als ‘gewone’ bewoner aan de stadsontwikkelingstafel, met een rugzak vol alledaagse én professionele ervaringen.

Inmiddels zit ik als ‘gewone’ bewoner aan de stadsontwikkelingstafel, met een rugzak vol alledaagse én professionele ervaringen. Ik ben bovendien een paar jaar geleden voor het eerst in mijn leven in een nieuwbouwwijk terecht gekomen. Met grote bewondering voor de (planning van de) uitvoering zie ik heel langzaam onze fysieke omgeving gestalte krijgen. Als pionierende bewoner is die dagelijkse ervaring compleet anders dan als ontwerper die uiteindelijk incidenteel rondloopt in een plan. In deze andersoortige betrokkenheid als bewoner en met deze website wil ik graag nieuwe én oudere ervaringen delen en uitwisselen. Ik hoop dan ook van harte reacties van u te mogen ontvangen!

In 2012 ben ik aan de Universiteit van Amsterdam een studie antropologie begonnen en vervolgens gepromoveerd op Eeuwig stad maken. Interacties tussen mensen en stenen in Testaccio, Rome (2020). Op die studie baseer ik mijn kritiek op de populaire notie dat stadsontwikkeling niet zozeer om de stenen, maar vooral om de mensen zou moeten gaan. Met stenen doel ik op alle mogelijke materie, levende (planten, bomen) en dode (zand, steen, hout etc.). In mijn visie moeten we juist aandacht hebben voor de veelvuldige en veelvormige interacties tussen lichamen en stenen en voor de effecten daarvan op de habitat en de habitus. Dat is ook de ultieme consequentie van een denken voorbij het antropocentrisme, van een denken als zouden wij de omgeving, de natuur, (moeten willen) ‘beheersen’.

Dat het wel degelijk ook om ‘de stenen’ moet gaan wordt helaas maar al te duidelijk geïllustreerd door de enorme schade die we op de aardbol hebben aangericht. De actuele problemen van energie en klimaat nopen tot een fundamenteel andere omgang met de materie.