(Ook) Vrouwen maken de stad
Vrouwen eisen recentelijk opnieuw een plek op als ervaringsdeskundigen in stedelijke ontwikkeling.
Opnieuw, want ook vrouwen in eerdere feministische golven maakten zich druk over woning en woonomgeving.
Ook in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw maakten activisten van de tweede feministische golf zich druk over de gebouwde omgeving, net zoals vrouwengroepen in de eerste golf, begin twintigste eeuw. Hoewel de recente feministische golf zich uitdrukkelijk anders, namelijk intersectioneel, als een van vele ongelijkheden positioneert, kunnen inzichten van toen mogelijk bijdragen aan de discussie nu.
In de jaren zeventig richtten we als vrouwelijke studenten Bouwkunde aan de TU in Delft Vrouwenstudies op. We stonden allesbehalve kritiekloos tegenover mede-feministen, die vanuit een perspectief vanaf de ‘zijkant’ andere praktijken voorstelden. Opnieuw durf ik te betwijfelen of en waarin de veel bredere ‘andere kant’ van nu vernieuwend licht kan werpen op (de uitoefening van) architectuur en stedenbouw.
Vrouwenstudies heeft mij zeker veel gebracht, daarom heb ik hier enkele teksten digitaal ontsloten. Het belangrijkste wellicht is het inzicht dat de veelvoudige interacties tussen architectuur en stad en haar gebruikers niet zinnig bestudeerd kunnen worden vanuit ideeën van macht en onmacht, of vanuit sociale noties alleen, maar dat empirisch onderzoek nodig is waarin de materie, de stof, het fysieke, een cruciale rol speelt.